De sloep
De sloep is nog steeds populair. Wil je rustig rondvaren door de mooie natuur in ons land, dan kan dat namelijk prima met een sloep. Sloepen bieden relatief veel binnenruimte, zijn comfortabel en je hebt naar alle kanten een goed uitzicht. Ook zijn ze niet zo hoog. Je kunt dus veel vaste bruggen, ook die met een wat kleinere doorvaarhoogte, prima passeren.
Meer heb je feitelijk niet nodig, al kun je je sloep natuurlijk net zo duur maken als je wilt: een teakvloer, een koelkastje, een buiskap, enz.
Wie wil kunnen snelvaren kan een tender kopen, een snelvarende sloep. De prijs van zo’n tender ligt dan gelijk een stuk hoger, ze zijn in de regel ook wat langer. Voor een tender heb je wel een vaarbewijs nodig.
In deze blog beperk ik me tot een sloep van pakweg zo’n 4,5 tot 7 meter, waarmee je niet kunt snelvaren , maar waarmee je wel lekker kunt rondvaren door al die mooie gebieden die ons land rijk is.
Ik kreeg een paar keer de vraag van een aspirant koper, of hij een sloep met een buitenboord motor (hierna: bbm) moet kopen (die vaak wordt weggewerkt in een bun met een kap er over heen), of een sloep met een ingebouwde (diesel)motor met een vaste schroef en een roer.
Een originele sloep, of een moderne
De eerste vraag die je jezelf dan eigenlijk moet stellen, is of je sloep zo veel mogelijk moet lijken op de ‘oersloep’, of dat je voor gemak gaat, en voor een wat modernere uitstraling. Wil je zo dicht mogelijk bij het origineel blijven, dan wordt het een sloep met een ingebouwde motor, meestal een dieseltje, met een vaste schroef en een roer. Wellicht kies je zelfs voor een houten sloep, met een aangehangen roer. Wees wél zo slim om voor een stuurinrichting met een stuurwiel te kiezen, want heb je een roer met een helmstok, dan zit je de hele vaartocht in een wat ongemakkelijke houding met één hand op de helmstok. Bovendien stuurt een roer met helmstok zwaarder dan een stuurinrichting met een stuurwiel, want die laatste kun je bekrachtigen.
Ga je meer voor gemak, en mag het er wat moderner uitzien, dan kan ik me voorstellen dat je toch voor een polyester (of aluminium) sloep kiest, met een bbm. Het onderhoud aan een polyester of aluminium sloep is namelijk vele malen eenvoudiger (en goedkoper) dan het onderhouden van een houten boot. Maar hebben we het dan nog wel over een sloep, met name als er een bbm is gemonteerd?
Ik zag onlangs een advertentie van een open, polyester bootje met een buitenboordmotor. Hij werd verkocht als sloep. Dan heb je wel heel veel fantasie nodig. Maar als er een mooie kabelaring omheen zit (zo’n dik touw, dat als stootrand dient), mag het al gauw een sloep heten. En als je de bbm dan netjes wegwerkt in een motorbun met daarover een kap, zodat je die bbm niet ziet, dan is dit helemaal niet zo’n gekke keuze.
Sloep met buitenboord motor; de voordelen
Waarom de keuze voor een bbm, vraag je je wellicht af?
Vooruit varend maakt het allemaal niet zo veel uit wat je hebt, een bbm of een vaste schroef met een roer. Maar op het moment dat je achteruit gaat varen, wordt al snel duidelijk wat het grote voordeel is van de bbm. Want die stuurt netjes de kant op waar je de motor, en dus de schroef, naar toe hebt gedraaid. Dan kan het wieleffect mee- of tegenwerken, maar hij draait wél de kant op die jij voor ogen hebt.
Bij een sloep met een roer is het een heel ander verhaal (en dat geldt natuurlijk ook voor jachten en andere boten met een roer). Langzaam achteruit varend doet het roer namelijk nagenoeg niets. Het wieleffect echter wel. Stel, je hebt een rechtse schroef. Die draait in de achteruit dus linksom, en trekt de kont van de boot (vanwege het wieleffect) dus naar bakboord (links). Maar je wilt recht achteruit de ligbox uit, en vervolgens met de kont naar stuurboord (rechts) draaien. Dat wordt lastig. Het is dan ook met name in al die situaties, waarin je langzaam achteruit vaart, dat het manoeuvreren met een boot met een roer lastig wordt.
Sloep met vaste schroef en een roer; een ‘handigheidje’
Als je recht achteruit de ligbox uit wilt varen, is de remedie om de schroef niet continu ingeschakeld te laten, maar om een paar keer even een ‘dot gas’ te geven, daarna vrijloop, weer even een dot gas, weer vrijloop, enz. Op die manier heb je maar een paar momenten dat het wieleffect optreedt, en vaar je redelijk recht achteruit. Als je ver genoeg achteruit bent gevaren, maak je de bocht vooruit varend. Soms moet je dan een paar keer steken, voordat het is gelukt.
Óf je laat een boegschroef monteren. Daarmee kun je achteruit varend de boeg laten wegdraaien. Op die manier kun je het probleem natuurlijk ook oplossen, maar daar hangt wél een prijskaartje aan. Een boegschroef is niet goedkoop.
Verken de markt goed
Heb je een bepaald model of formaat sloep gevonden dat je aanspreekt en die past binnen je budget, dan zou je dus een vergelijking kunnen maken tussen de prijs van enerzijds een sloep met een bbm, en anderzijds een sloep met ingebouwde motor (en een boegschroef). Neem daar ook in mee dat je bij een bbm wat meer keuze hebt in het aantal pk’s dat je wilt.
De keuze is enorm, en de optielijsten zijn schier eindeloos, dus een goede verkenning van de markt is zeker aan te bevelen.
Ik hoop dat ik je met bovenstaande overwegingen een beetje op weg heb kunnen helpen, en ik wens je veel voorpret bij de aanloop naar je aankoop. Als je vragen hebt naar aanleiding van deze blog, neem dan gerust even contact met me op.
Nóg een trucje
Heb je een boot met een vaste schroef en een roer, zonder boegschroef, en loop je bij het achteruit de ligbox uit varen tegen het probleem aan dat ik hierboven omschreef, dan heb ik een heel handig ’trucje’ voor je, om toch de draai te kunnen maken die je voor ogen hebt. In een praktijkvaarles kunnen we dit prima oefenen.
Ik leer je dan hoe je op een lange lijn heel makkelijk de ligbox uitkomt, maar bij voorbeeld ook het afvaren op een voor- en een achterspring, of het invaren van de ligbox met een mooie, korte draai, op een voorspring. ‘Old school’ dus, zoals het al tientallen jaren ook prima lukt zónder een boegschroef of hekschroef. Met één lijntje kun je heel veel doen.